Het onderhoud van de wijngaard gebeurt met respect voor het biologische evenwicht. Men spuit nooit tegen “onkruid”. Tussen de wijnstokken laat ik gras groein. Om de vochtigheid op peil te houden wordt het regelmatig gemaaid. Waar ik niet aankan met mijn zitmaaier, wordt er met de hand geschoffeld of met tractor en ploeg of tractor en schijf gewerkt. Voor een beter evenwicht in de bodem en om te zorgen dat de micro-organismen hun werk kunnen doen wordt de grond om de 3 jaar gedurende een ganse zomer met de tractor bewerkt. Om de ziekten te bestrijden en de wijnstokken te versterken gebruik ik, naast de normale producten zoals zwavel en koper, ook onder andere netelgier, heermoesgier en smeerwortelgier.